Fenner Dunlop Group

REACH-naleving

REACH-naleving

REACH was established by members of the EU with the specific aim to improve the protection of human health and the environment through the better and earlier identification of the intrinsic properties of potentially harmful chemical substances used within manufacturing. Dunlop Conveyor Belting was among the very first conveyor belt manufacturers to achieve full compliance. Although the majority of belt manufacturers have chosen to ignore legal requirements imposed by REACH regulation, our company continues to be the strongest advocate of REACH compliance within the conveyor belt industry. This page explains the regulations and why compliance with them is so important.

INLEIDING

REACH is door de EU-lidstaten opgezet met als specifiek doel het verbeteren van de bescherming van mens en milieu door schadelijke chemische stoffen die in productieprocessen worden gebruikt, beter en eerder te identificeren op basis van hun intrinsieke eigenschappen. Dunlop Conveyor Belting was een van de eerste producenten van transportbanden die volledig voldeed aan de REACH-verordening. Hoewel het merendeel van de transportbandfabrikanten de wettelijke verplichtingen van de REACH-verordening naast zich neerlegt, blijft ons bedrijf de meest uitgesproken voorvechter van REACH-naleving binnen de transportbandensector. Op deze pagina leggen we uit wat de regelgeving inhoudt en waarom naleving ervan zo belangrijk is.

WAT IS REACH?

De REACH-verordening (Registratie, Evaluatie, Autorisatie en beperking van Chemische stoffen), Verordening (EG) nr. 1907/2006, werd in 2007 ingevoerd. De verordening legt de directe verantwoordelijkheid bij fabrikanten om de mogelijke risico’s te beheersen die voortkomen uit het gebruik van chemische stoffen in hun productieprocessen. Fabrikanten en importeurs zijn wettelijk verplicht om informatie te verzamelen over de eigenschappen van de chemische stoffen die zij gebruiken en deze te registreren in een centrale databank van het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) in Helsinki. Naast de verplichting om veiligheidsinformatie te verstrekken aan iedereen die met hun producten in aanraking komt, schrijft de verordening ook voor dat “zeer zorgwekkende stoffen” (SVHC’s) geleidelijk moeten worden vervangen wanneer geschikte alternatieven beschikbaar zijn.

Een van de belangrijkste doelstellingen van REACH is ervoor te zorgen dat de industrie in staat is de gevaren en risico’s van de gebruikte chemische stoffen te beoordelen en passende risicobeheersmaatregelen te nemen ter bescherming van mens en milieu.

Veilig werken

Vraag altijd om een schriftelijke bevestiging van de fabrikant of leverancier dat het product dat u koopt is geproduceerd in overeenstemming met de REACH-verordening EC 1907/2006.

Bereken de kosten van stilstand

Veilig werken

HET GEBRUIK VAN CHEMICALIËN BIJ DE PRODUCTIE VAN TRANSPORTBANDEN

Vanwege de veelzijdigheid ervan is het overgrote deel van het rubber dat wordt gebruikt voor moderne transportbanden synthetisch. Slechts een relatief klein deel bestaat uit natuurrubber. In technische termen wordt het mengen van rubber (‘rubber compounding’) omschreven als het proces waarbij rubberpolymeren worden gecombineerd met een reeks chemische stoffen voor specifieke toepassingen, vulmiddelen en andere componenten.

De meest gebruikte polymeren in transportbanden zijn styreen-butadieenrubber (SBR) en nitrilrubber (NBR). Chemische stoffen vormen polymerenketens die samen een rubbercompound vormen, welke uiteindelijk wordt gevulkaniseerd tot het eindproduct.

Er worden letterlijk honderden verschillende stoffen gebruikt om de diverse rubbercompounds te produceren, waaronder anti-verouderingsmiddelen, anti-ozonmiddelen en versnellingsmiddelen (essentieel voor het vulkanisatieproces). Deze componenten omvatten onder andere primaire amine-gebonden sulfenamiden, zoals N-cyclohexyl-2-benzothiazoolsulfenamide, en thiazolen, zoals 2-mercaptobenzothiazool. Voor bepaalde rubbercompounds is het onvermijdelijk dat er chemische stoffen worden gebruikt die op zichzelf al zeer gevaarlijk zijn. De REACH-verordening stelt strikte limieten aan het gebruik van bepaalde stoffen per product, stimuleert het gebruik van veiligere alternatieven en verbiedt in extreme gevallen het gebruik volledig.

KORTKETENIGE GECHLOREERDE PARAFFINES

Een van de grootste zorgen betreft kortketenige gechloreerde paraffines (SCCP’s), die vaak worden gebruikt om het vulkanisatieproces te versnellen. Volgens de REACH-regelgeving mogen SCCP’s vanwege hun classificatie als kankerverwekkend (categorie 2) niet of slechts in zeer beperkte mate worden gebruikt. De aanwezigheid van deze stoffen is vaak herkenbaar aan een onaangename geur, terwijl kwalitatief hoogwaardig rubber doorgaans nauwelijks geur afgeeft.

OP WIE IS DE REACH-REGELGEVING VAN TOEPASSING?

Producenten van transportbanden buiten de EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk vallen niet onder de REACH-regelgeving. Zij vallen evenmin onder de EU-regelgeving met betrekking tot Persistente Organische Polluenten (POP’s). Dit betekent dat zij vrij zijn om niet-gereguleerde grondstoffen te gebruiken, zelfs als die stoffen binnen de EU geheel verboden zijn of onder strikte beperkingen vallen.

Hoewel fabrikanten buiten de EU niet onder de regelgeving vallen, zijn importeurs van transportbanden in Europa WEL verantwoordelijk voor de naleving van de REACH-verordening. Hoewel fabrikanten buiten de EU niet onder de regelgeving vallen, zijn importeurs van transportbanden in Europa WEL verantwoordelijk voor de naleving van de REACH-verordening.

VEILIG WERKEN

Het is van groot belang dat gebruikers van rubber transportbanden zich bewust zijn van de mogelijke risico’s van de chemische stoffen die erin verwerkt zijn.

WERKEN MET TRANSPORTBANDEN, VOORAL BANDEN UIT ONBEKENDE OF NIET-GEREGULEERDE BRONNEN:

  • Draag handschoenen (indien mogelijk) bij het hanteren van banden.
  • Was uw handen vóór het drinken, eten of roken.
  • Draag altijd een mondmasker bij aanwezigheid van rubberstof (zoals bij slijpwerkzaamheden) om inademing van deeltjes te voorkomen.